Volwassen Sprookjes

Doornroosje

Featured Image
Sleeping Beauty ISBN: 978-1587171208 Картинки отсюда
Doornroosje 

Op het zigeunerkamp leefden eens vele mensen. Het was wel honderd jaren geleden natuurlijk. Nou goed, nu waren er op dat kamp een baas en een bazin… zoiets als zigeunerkoningen en koninginnen, maar dan anders. En ze kregen maar geen kinderen.

Wat ze ook probeerden en hoe de woonwagen ook kraakte onder hun wilde uitspattingen, het lukte maar niet.

Op een dag ging de vrouw het bos in om hout te sprokkelen en zowaar, er kwam een UFO voorbij.

De UFO landde netjes voor haar blote voeten en er stapte een groenling uit. Zoiets als een kikker, maar dan alweer anders.

Nu was het een mooie vrouw, dat zeker wel. Een lange klokkende rok om haar heupen, en prachtige lange gitzwarte haren en duivels mooie zwarte ogen. Een uur later zei de alien: “Ga naar huis en u zult een kind krijgen!”

Nou, de vrouw was natuurlijk enorm blij, maar vertelde niemand over het verhaal wat haar was overkomen in het bos. Ten eerste zou niemand haar geloven en ten tweede, haar man zou haar lieflijke keeltje doorklieven als hij hoorde dat ze zwanger was van die groenling.

Toch was ze maandenlang erg nerveus, want stel, het kind was ook groen bijvoorbeeld?

Maar gelukkig had ze geen angst hoeven hebben, want negen maanden later werd er een beeldschoon meisje geboren. Met gitzwarte haren en gitzwarte ogen.

Iedereen was blij en er was feest. De vader had een wild zwijn geschoten in het bos en deze hing al een dag boven het spit. Nu was het de gewoonte bij de zigeuners om oudtantes uit te nodigen, in de hoop dat ze het kind in hun testament zouden opnemen. Ze hadden nogal wat goud onder hun beddestee in de wagens… Wie weet, maar nu waren er dertien oudtantes en ze hadden maar twaalf Wedgewood bordjes…

Dat was enorm balen, maar ach, zei de vader, laat die ene tante maar zitten. Dat oude mens legt altijd de kaart en is teveel met geesten bezig. Als man vond hij dat alles maar flauwekul.

Dat wilde hij liever niet in de buurt van zijn prachtige kleine meid.

Dus zes dagen na de geboorte kwamen alle oudtantes op bezoek. Wederom had vader een nieuw wild zwijn moeten schieten in het bos, maar het was nu immers voor het goede doel, namelijk enigszins een goede toekomst voor het meisje en wie weet, een leuke bruidsschat.

De oudste oudtante kwam bij het meisje kijken. “Zo, zo,” kraste ze met haar oudewijvenstem, “mooi kindje hoor, geen vliesjes tussen de tenen,” knipoogde ze naar de moeder, die direct een knalrode kleur kreeg.

Lees dit ook eens:  De Kikker

‘Hoe wist die vrouw dat?’ Het zweet brak haar uit, maar toen schoot haar te binnen dat die oudtante ook wel enorm paranormaal was. Manlief wist dat niet. Vandaar. Geruststellend klopte het oudje haar op haar hand, “maak je geen zorgen.” Ze legde de vinger op haar oude droge lippen.

Pfieuw, wat een mazzel die moeder toch had, de vader had gelukkig niets gehoord.

“Ik hoop dat het meisje heel knap zal gaan worden en ik zal haar benoemen in mijn testament.” De oudtante legde wat zaadjes neer voor de wieg. “Plant dit maar om de woonwagen, dan heeft ze een leuke toekomst.”

Vader zag direct dat het fikse hennepzaden waren van vreselijk goede kwaliteit.

“Dank u, tante, dank u!”

De volgende oudtante volgde. Deze wenste het kind een goed karakter toe en gaf ook wat hennepzaden voor later en zou het meisje ook benoemen in haar testament. Het ging zo even door met alle oudtantes, die na hun zegeningen en cadeautjes, gouden oorringen bijvoorbeeld, gouden halskettingen, voetkettinkjes, armbandjes, van alles van goud maar toch ook veel hennepzaden, want daar zat enige verdienste in en dat kon nooit kwaad in deze harde wereld.

Maar voordat oudtante twaalf aan de beurt was, vloog het deurtje open in de woonwagen. Met een klap sloeg deze tegen de wand aan.

“Zo gij stelletje vuigelingen, ik ben niet uitgenodigd, he?” sneerde het oude wijf. Het was namelijk oudtante dertien, die uiteraard in haar glazen bol het feestje al had voorzien.

‘Oei, wat dom,’ dacht de moeder nog, logisch dat ze ervan af wist.

De oude vrouw lachte hard. “Zo, zo… dus ik mocht niet komen, he?”

Ze spuwde wat bruinig tabakspruim op de hennepzaden die voor de wieg lagen. “Ik wens voor dit kind enkel ellende in het verschiet en dat een zwarte weduwe spin haar zal prikken als zij zestien is, opdat zij zal sterven.” Ze hocuspocusde er wat bij met haar oude handen in de lucht en vertrok met flapperende zwarte jas, de deur keihard dichtslaand.

De moeder barste in huilen uit, de rest was met stomheid geslagen.

”Wat een mazzel dat ik de laatste was vandaag, zeg,” riep een klein kwiek wijfje uit. Ze liep snel naar de wieg en keek naar het meisje.

”Zo kind, ik had nog niets gewenst voor je of aan je gegeven maar, ik kan niet ongedaan maken wat zij gezegd heeft, maar ik kan ook zigeunervoodoo net als zij en ik wens je iets goeds toe. Oké, je zult dan wel flink in slaap vallen t.z.t., maarrrrrrrrrrr… je zult gered worden door een knappe zigeunerprins.”

Lees dit ook eens:  Oh God de dominee

Even later vertrok iedereen, want het feestje was niet echt leuk meer natuurlijk.

De moeder huilde tranen met tuiten en dat ging zo dagen door. Vader was het wel zat, twee huilende vrouwwezens om zich heen, dus hij ging de hennepzaden maar eens planten.

En terwijl hij daarmee bezig was, zag hij hoe de mooie zaden veranderd waren in schimmelige zaden. Vol afschuw stopte hij ze toch maar in de grond. Misschien wilde het nog wat opkomen.

Maar helaas, er kwam niets op van de hennepzaden.

De dag kwam dat het meisje zestien was. Ondertussen was haar moeder een wrak van ellende van de stress. Het kind had zowaar puntoren en als je goed achter die oren keek, zag je een lichtgroene huid doorschemeren, dus mocht het meisje met haar prachtige lange lokken nooit het haar in een staartje ofzo doen.

Vader was behoorlijk aan de drugs verslaafd geraakt en lag de hele dag voor pampus op de woonwagenbank. Samen met zijn broer, die op een ander kamp woonde, had hij een flinke wietplantage en daar teerden ze nu al jaren op.

Doornroosje, erg bang gemaakt voor spinnen, liep de dag van haar verjaardag even naar het bos. Ze liep zomaar pardoes met haar gezicht in het web van een zwarte weduwe, die haar flink in de neus prikte.

Oei, die zwol direct gigantisch op zeg.

Snel naar huis. Ze rende en rende, en uiteindelijk viel ze neer, vlak voor de deur van de woonwagen.

The Sleeping Princess; The Sleeping Beauty - The Allies' Fairy Book, 1916

Vader strompelde naar buiten en tilde zijn zo geliefde kind op om haar in de woonwagen te leggen. Ze was buiten bewustzijn, haar neus leek wel een enorme knol geworden inmiddels. Hij zag hieraan dat de zwarte weduwe spin erin had gebeten helaas. De toverspreuk was helaas uitgekomen.

De moeder viel huilend neer naar de bank waar haar kindlief op lag.

En buiten zweefde een kleine schotel langs het bos. Ook daar was een droeveling, ook al was hij groen van kleur.

Het beeldschone kind bleef liggen waar ze lag en ze leek te slapen. Maanden achter elkaar was er geen beweging in te krijgen.

Bedroefd keken de ouders dagelijks bij het mooie meisje, maar ze werd niet meer wakker.

Velen trokken na jaren weg van het zigeunerkamp en de ouders werden oud en ouder en nog veel ouder.

Lees dit ook eens:  Prinses op de boerenzoon

Maar hun mooie kind werd niet meer wakker.

De ouders stierven en uiteindelijk overleden ze, en de woonwagen stond daar maar stil in het bos op een verlaten open plek. Om de woonwagen heen groeiden allemaal wietplanten van uitzonderlijke kwaliteit, doch aan de buitenkant van deze plantage schoten flinke stekelige bosjes uit de grond die zeer hoog reikten.

Niemand kon er nog bij.

En zo verliepen er vele jaren…

Vijftig jaar nadat het meisje gebeten was door de zwarte weduwe, kwam er een zigeunerprins in het bos en stond stil bij de verlaten open plek. Te zien aan de vuurplaats die er ooit geweest moest zijn, wist hij dat dit een oud kamp moest zijn geweest.

Hij pakte zijn heggenschaar van een bekend merk en sneed allerlei wilde takken weg. Hij kende die geur namelijk goed.

Hmm, daarachter lag wat lekkers te goed.

En na enige uren snoeiwerk zag hij plots een vervallen woonwagen staan. Hij glimlachte, al die immense hoge wietplanten, hij was de koning te rijk en nu een geheimzinnige oude woonwagen. Misschien lag er nog wel goud in de wagen?

Hij duwde de deur open, die half in de voegen hing, en daar op de bank lag een hele mooie jonge meid!

De zigeunerprins keek er eens naar. Hmm, ze had wel een enorme neus zeg, vreemd, vast een of andere rare ziekte. Hij keek snel in het rond, pakte het goud mee dat daar lag, gouden oorringen en armbanden en plots schrok hij zich wild. Achter hem begon er iemand te geeuwen, echt vreselijk, wat een intense geeuw dat was.

De prins keek om en keek in prachtige zwarte ogen, ze werd wakker.

Het meisje keek verward om haar heen en raakte haar neus aan. De zwelling trok direct weg.

Oh ja, ze wist het weer, ze was gebeten door een zwarte weduwe.

De prins glimlachte en kuste haar zomaar zachtjes op haar rode lippen.

Het was een mooi kind, dus hij deed wat zijn hart hem ingaf, namelijk zoenen.

Ze grinnikte en zei: ”Je bent eindelijk gekomen!”

Niet begrijpend keek hij haar aan.

Maar wat maakte het ook uit wat ze zei.

Hij had een enorme wietplantage, goud en een mooie meid.

En ze leefden nog lang en gelukkig.

©AngelWings

 

 

 

 
 

 

 

Laat meer zien

Gerelateerde verhalen

Bekijk ook
Close
Back to top button
Close

Een Adblocker gedecteerd

Je gebruikt een adblocker, zet deze uit om de hosting van de website te ondersteunen