Oude vrouw in het bos…
Oude vrouw in het bos…
Bij het verlaten van zijn voordeur keek hij nog eenmaal in de spiegel, gleed met zijn hand door zijn glibberkapsel, en trok zijn das recht.
Hij glimlachte tegen zichzelf, dit deed hij dagelijks namelijk. Hij vond zichzelf wel een geschikte peer. De zon scheen warm en hij klapte zijn Ray-Ban omlaag van zijn hoofd naar zijn neusbrug.
Hij zwaaide naar zijn buurvrouw die haar plantjes water gaf, en stapte in zijn zwarte bolide. Strak reed hij weg, vlijmscherp door de bocht, de banden piepten.
En de zon scheen erbarmelijk op zijn autodak. Om zijn pols glom zijn dure horloge, deze tikte de tijd weg. Tijd die hij goed besteedde, Silvio wist wat hij wilde in het leven en had het al ver geschopt in zijn carrière.
Natuurlijk met ellebogenwerk had hij zich een weg gebaand naar de top. Hij was geslaagd, zogezegd. Beleggingen waren zijn ding en hij had echt geld teveel. Onderweg naar niemandsland reed hij over de snelweg. De muziek hard, meezingend, dak open, zijn glibberkapsel bleef zitten zoals gewoonlijk.
Hij had geen zorgen, nooit gehad, nooit meegemaakt, niets gezien, niets ervaren, enkel geslaagd zijn in het leven telde voor hem. Hij had alles mee, een goede look, een vlotte babbel, en charisma.
De zon scheen te heet die dag, slaperig van het rijden, stopte Silvio bij een bospad.
Even pauzeren, zijn vrije dag goed besteden, ontspannen, “relax is flex,” zei hij altijd lachend.
Het was er stil op het bospad, maar zo heerlijk koel. Silvio besloot een eindje te gaan wandelen. De natuur was er prachtig, en het was heerlijk koel. Koeien in de wei, vogels die opvlogen als hij langs kwam, en een eind verderop zag hij paarden lopen. Silvio knabbelde op een grasspriet, en genoot.
Hij dronk wat uit zijn zakflacon en liep verder, steeds verder het bos in. Waar hij opeens een klein huis waarnam, dat was leuk! Silvio keek naar het wonderlijk kleine huisje. Op het dak lagen allemaal glassplinters en deze schitterden in de zon, prachtig was het effect, in allerlei kleuren waren de glassplinters geplakt. De ruitjes waren klein, maar allen bedekt met kleine gordijntjes, vriendelijke rood geblokte gordijntjes. De voordeur was klein en blauw van kleur. Silvio klopte aan voor de gein, hier zou toch vast niemand wonen, wel?
Silvio schrok enorm toen de voordeur krakend en piepend open ging.
Voor hem stond een klein oud vrouwtje, vreselijk gerimpeld was ze, maar ze glimlachte vriendelijk.
“Dat vind ik nou fijn, dat er eens bezoek komt,” zei ze hartelijk. “Kom binnen, dan gaan wij even wat drinken.” Ze opende uitnodigend de deur achter haar, “kom,” wenkte ze hem.
Silvio dacht dat het geen kwaad kon, dat oude mens, die sloeg hij zo neer, dus hij stapte de kleine voordeur door en stond in een hele smalle gang. “Kom,” zei het oudje met krakende stem, ze wenkte hem nogmaals. Ze troonde hem mee naar de achtertuin waar gezellig een klein tafeltje stond met hier overheen een eveneens rood geblokt tafelkleedje, en twee gezellige stoeltjes completeerden het geheel. Midden in de tuin stond een appelboom vol appels, prachtige groene appels.
Kirrend wees het oudje Silvio zijn plek, en ze bracht hem snel een kan fris water, inclusief citroenen en ijsblokjes. “Wat fijn,” zei ze weer en ze wreef in haar gerimpelde handen. Silvio kon denken wat hij wilde, maar wat smaakte dat frisse drankje hem heerlijk. De zon scheen erbarmelijk op alles, behalve de tuin scheen de koelheid zelve te zijn, want het was niet te merken dat het zulk warm weer was. Er was zelfs een lichte bries waar te nemen, Silvio genoot. Hij voelde zich opeens zeer gelukkig. De oude dame bood hem een appel aan van de boom. “Jij mag wel wat appels meenemen, als je straks weer weggaat hoor,” bood ze gul aan. Silvio knikte maar weer eens.
Langzaamaan, terwijl de oude dame aan een haakwerk bezig was, een tafelkleedje leek het wel, vielen Silvio’s ogen toe. Het was donker toen hij wakker werd, er was geen zon meer, geen licht, maar enkel donkerte om hem heen. Hij kon zich niet bewegen, hij zat vast in iets. Hij lag op een bed of iets dergelijks. Silvio riep om hulp, wat was er toch gebeurd in vredesnaam? Hij kon het zich nauwelijks herinneren, zijn hoofd bonkte. Er had vast iets in het drankje gezeten, dacht hij.
De oude dame kwam met een brandende kaars aanlopen, welke schaduwen toverde rondom hen. En hij zag om zich heen de vage contouren van een kelder. “Wat is dit verdomme,” riep hij uit. “Verdraaid, laat me hieruit, ik moet naar huis.” De oude dame glimlachte naar hem, en tot zijn afgrijzen stond ze naakt voor hem. Afgezakt en gerimpeld als Methusalem, stond daar een oud wijf voor hem, naakt nog wel! Wat was ze van plan? In vredesnaam… Ze lachte kirrend en riep uit, “Ik heb er een gevangen, ahahahaha, ik heb er een gevangen, ja ja,” en ze voelde aan het haakwerkje dat om Silvio heen was geknoopt. Snirpend klonk haar lach in de nacht. “Wat bent u met mij van plan, oud rotwijf, laat me gaan!” riep Silvio uit.
De oude vrouw dook naar zijn geslacht en nam hem in haar mond, en tot Silvio’s afgrijzen bleek hij ook naakt te zijn. “Raaaghhhhhhhhhhh,” riep hij uit, “neeeeeeeeeeee…”
Maar de oude dame kon er wat van, tandeloos masseerde ze zijn geslacht op vakkundige wijze.
Silvio werd opgewonden, nee, dit kon toch niet waar zijn? Maar het was waar. En de oude vrouw ging op hem zitten. “Hoepla,” zei ze lachend, en ze begon te bewegen op hem. Het was zo ranzig dat het bijna opwindend werd, Silvio wist niet meer hoe hij het had. De zomer had invloed op hormonen, jazeker, maar dit? Verbaasd keek hij naar haar, het oude mens, hoe lenig zij op hem tekeer ging, hoe zij kreunend haar hoofd achterover gooide en een tandeloze mond zijn verstand verbijsterde. Ondertussen vielen er haarspelden uit haar grijze knoetje en vielen er zilverachtige strengen haar over haar gerimpelde schoudertjes. “Ach got,” dacht Silvio, “zo leek ze net nog een jonge vrouw, in het donker althans.”
Nadat hij toch tot op onvoorstelbare hoogte was gekomen, en zij ook blijkbaar, want ze viel plots over hem heen en was niet meer wakker te krijgen. Misschien was ze wel dood? dacht Silvio, wat moest hij dan?
Maar gelukkig, na enige tijd begon ze weer te bewegen, en stond ze krakkemikkig en kreunend op van het bed. Met een schaar knipte ze het haakwerkje los, ondertussen gevaarlijk bij zijn geslacht aan het knippen, waarop Silvio nog schreeuwde dat ze voorzichtig moest zijn!
Maar uiteindelijk was hij bevrijd en stond hij op. Hij wreef zichzelf over zijn spieren, en wilde de oude vrouw een flinke klap verkopen. Was ze nu helemaal zot? Maar hij keek in een paar lieve oude ogen en hij kon het niet over zijn hart verkrijgen om die oude vrouw een klap te verkopen. Ze kon zijn oma zijn bijvoorbeeld. Nee, dat zou hij niet doen. Hij begreep haar eenzaamheid wel heus. Hij kreeg nog appels mee van haar. En zo eens per jaar in de zomer gaat hij nog wel eens op bezoek bij de oude vrouw in het bos en krijgt hij appels mee.
© AngelWings