Pensioenfonds anno 2019.
Pensioenfonds
Leuk was het niet, dat gaf hij grif toe. Hij pakte zijn “KL-Bag” in en trok zijn regenjas aan. Van Laar liep naar de parkeergarage onder het kantoor en stapte in zijn splinternieuwe BMW. Met piepende banden scheurde hij weg. Bij de uitgang kreeg de portier nog een vriendelijke groet. Van Laar keek in zijn achteruitkijkspiegel; hij werd niet gevolgd door iemand…
Hij belde nog even naar de opdrachtgever Rijksma. “Alles in orde,” was het enige dat hij zei. Hierna trok hij zijn leren Castelijn & Beerens autohandschoenen aan en legde zijn handen op zijn leren stuurhoes, ook van C&S uiteraard. Het adres stond genoteerd in zijn routeplanner, nog een halfuur te gaan.
Op topsnelheid reed Van Laar langs de snelwegen. Uit de Pioneer autoradio klonk klassieke muziek, daar hield hij van als hij een klus moest klaren. Fijn werk was het niet, nee, maar hij kon er prima van leven en daar ging het hem om. Zijn drie kinderen hadden een geweldig leven, kregen alles wat ze maar wensten: paardrijden, een eigen pony, een eigen tennisveld bij zijn grote villa. En zijn knappe geblondeerde vrouwtje had niets te klagen: Christian Dior, La Croix, Versace. Hij kende de namen niet allemaal, maar hij wist dat zij hield van luxe, en dat ze het daar wel eens over had. Ze zag er ook nog fantastisch uit met haar vierendertig jaar. Niet verwonderlijk, te weten hoe vaak zij wel niet verbouwd was door een plastisch chirurg. Maar hij kon het er mee blijven doen, dus voor hem was het prettig meegenomen. Verstand dus maar weer eens op nul zetten, zo ging dat tegenwoordig in deze branche. Deed hij het niet, dan wel een ander.
Uiteindelijk kwam Van Laar aan bij de plaats van bestemming, een chique wegrestaurant, waar het volgeparkeerd stond. Een drukte van belang dus bij het afscheidsfeestje van de directeur van een groot farmaceutisch concern. Meneer Vraakstra ging eindelijk met pensioen, maar aangezien er niet veel gelden meer in de kas zaten, moest er gewerkt worden. En meneer Vraakstra zou teveel moeten ontvangen om het pensioenfonds nog rendabel te laten zijn, laten we wel wezen!
Van Laar parkeerde zijn BMW en stapte uit, trok zijn das recht en zijn colbert glad. Hij ontstak een Macanudo sigaar. Onopvallend begaf hij zich tussen de gasten. Hij wist hoe meneer Vraakstra eruitzag; hij had genoeg foto’s van hem gezien. Meneer Vraakstra zag er verhit uit, het viel niet mee, al die borrels de hele middag, zoveel gasten. En dan al zevenenzestig, nee, dit ging vast niet goed met hem. Hij wiste al zweet van zijn rode voorhoofd.
Van Laar nam een slok Dom Perignon. Waarderend liet hij de champagne over zijn tong glijden. Hm, goede smaak die meneer Vraakstra. Even keek hij waarderend naar de oudere man. Toch wel sneu eigenlijk, maar het leven was hard. Vanachter een Italiaans marmeren pilaar telefoneerde Van Laar naar de bar. Verdekt opgesteld kon hij zien hoe meneer Vraakstra even later geroepen werd om bij de telefoon te komen in verband met een belangrijk telefoontje. Van Laar had de injectie in zijn hand en liep voorzichtig onopvallend achter meneer Vraakstra aan.
Bij de bar ging hij naast hem zitten en keek om zich heen. Hij liet een bierviltje vallen op de grond en bukte. Hij stak de naald in het been van meneer Vraakstra, spoot de inhoud leeg en stond snel op. Hij keek in de geschokte ogen van meneer Vraakstra die niets meer kon zeggen of uitbrengen. Snel liep Van Laar weg en keek nog eenmaal achterom. Hij zag hoe meneer Vraakstra naar zijn hart greep en langzaam omviel.
Van Laar schudde zijn hoofd. Triest, inderdaad, maar hij kon dit jaar weer op vakantie voor de vijfde maal. Als het pensioenfonds het zijn tijd vond, dan was het ook zijn tijd. Hoe ze het zouden doen, wist hij niet. Misschien duwde iemand hem van de trap? Misschien kreeg hij een ongeluk. Hij wist dat niemand er ooit achter zou komen dat hij met opzet vermoord zou zijn. Niemand kwam erachter. Ook de injectie die meneer Vraakstra had gekregen was onvindbaar in het bloed. Goed spul kwam uit Rusland. Van Laar reed langzaam weg met zijn prachtige BMW. In de verte kwam er al een ambulance aanrijden.