Het moet dan maar…
De familie zat bij elkaar rond de tafel.
De jeneverfles stond ook op de tafel en in alle glaasjes zat wat.
Harm snufte eens even.
Tjah wat zal ik zeggen?
Willemien had de neus ook verdacht rood.
Neeltje had de ogen nat en Klaas snoot zijn neus eens flink uit.
Prrruttttttttttttttt.
Gatverdamme, Klaas toch, riep Neeltje uit en ze schoof de stoel van de tafel achteruit. Heb je er weer één gelaten?
Nee man! Hou toch op jij.
Neeltje schoof weer aan, laat ik het niet merken zei ze snuffend in het rond. Ik sla je zo op je neus.
Harm slokte zijn jenever in één keer achterover.
Schenk mij nog maar eens bij Willemijn.
Nou al, mompelde ze verbaast maar schonk toch bij.
Je weet dat ze het ons gevraagd hebben hé?
Ja, ja ik weet het.
Geert en Freek hun buren hadden een tweeling en de kinderen waren ziek.
Beiden hadden nierfalen en nu hadden ze hen gevraagd of het niet eens tijd was om hun ouders…
En ze hadden gelijk immers. Die oudjes deden niets meer voor de maatschappij, hun tijd was op.
De kinderen waren groot.
Het huis verkocht aan Klaas. De meeste mensen deden hun ouders gewoonweg weg.
Dat was normaal geworden inmiddels.
En nu met die buurkinderen die ziek waren.
Pa en ma waren een match nb!
Hoe dat toch mogelijk was, het toeval maar ze hadden het opgevraagd bij de huisarts en het dna liet zien dat hun ouders die nog profiteerden van de maatschappij een prima match waren voor de tweeling.
Hoeveel betalen zij ons dan? fluisterde Neeltje.
Veel, zei Klaas.
Zoveel dat wij met zijn vieren er fijn van kunnen leven!
Nou dan moet het maar, riep Willemijn uit.
Zeventig is toch wel een mooie leeftijd voor ze en ze hebben hun tijd gehad hoor. Nu zijn wij eens aan de beurt.
Prima dan is dat geregeld zei Klaas.
Wanneer, vroeg Neeltje.
Donderdag over een week, zei Harm.
En zo was het afgesproken. Ze aten nog eens gezellig samen aan de tafel met hun ouders die week. Ze gingen nog eens wandelen omdat het nog kon.
De ouders wisten nergens van.
De donderdag kwam en de ouders zaten samen voor de televisie toen het donorteam zacht en geruisloos de ouders langzaam om het leven brachten, of althans in coma…
Dood mochten ze nog niet zijn immers.
En uiteindelijk lagen beiden op de operatiekamer om zonder narcose ontdaan te worden van hun nieren voor de tweeling van de buren.
Daarnaast nam men ook andere organen tot zich, en langzamerhand waren de lichamen leeg. En stierven zij hun echte dood.
De kinderen leefden nog lang en gelukkig en de kinderen ook…het was zo normaal geworden allemaal!
Gewoon omdat dat allemaal kon dankzij minister Schippers!