Willy en het kasteel voor vluchtelingen
Willem zat met zijn blote tenen en voeten breeduit voor de grote open haard, die fel brandde. Hij wiebelde met zijn tenen en glimlachte en goot een pils in zijn koningskeel.
Lekker met zijn grote ochtendjas, lag hij op de bank na het douchen van zijn Koninklijke lichaam.
Maxima keek naar hem en vroeg: ”En wat kunn’n wij doehoen!?
Willy we moeten Iets doen hooorrr!”
”Wat, voor de vluchtelingen uit Oekraïne?”, vroeg Willem pulkend aan zijn grote teen.
Maxima gooide een vergulde nagelschaar naar haar man, die hem net op tijd vast kon pakken voor het terecht was gekomen in zijn linkeroog.
”MAX!”
”Ja nou sorry hoorl!?” Glimlachte ze verontschuldigend.
”Maarrr wattt gaannnn wij doen Willem!?”
”Mag ik ff bijkomen van een wilde koninklijke nacht en seksuele escapades met jou, mijn geliefde echtgenote!?” Lachend gooide Willem enkele poestanoten in zijn koninklijke keel. ”Dattt ies waar, geliefde man van mij! Iekkk ben heel blai met die verlossing des dags met uw koninklijke staf.”A
Ondeugend keek ze hem aan.
”Grrrr”, zei Willem!
Zijn ene hand klauwde als een koninklijke leeuw richting zijn eega
die giechelend als een schoolmeisje haar, haren over haar schouders gooide.
”Eg waarrrr Willem, ik meen het welll!
Wat kunn’n wij betekenon voor die mensen!?”
”Misschien moeten wij ff de Tarot gaan leggeh MAX, kom pak die kaarten us uit de kast dan!”
De kaarten waren nog van zijn oma geweest, en ze had hem wel wat bijgebracht jaren geleden, hoe hij ze kon leggen en interpreteren.
Bedachtzaam schudde Willem de kaarten. En uiteindelijk legde hij ze neer op een fluwelen paars kleedje dat bij de kaarten hoorde.
Geschokt keek hij naar Maxima, “Max?”
“Watt ies er? Watt ies errr”, riep zij verschikt uit.
”Kijk hier zie je een kasteel op een kaart, daar de A van volgens mij Apeldoorn en daar een huis…dat betekend…
Nee toch zekers?” Met gefronste wenkbrauwen keek Willem naar de kaarten.
Ja hoor de kaarten hadden gesproken. Waar menig armoedzaaier geen dak boven zijn hoofd had, of eten in zijn buik in een ooit zo welvarend gezond land als Nederland… vonden de kaarten blijkbaar dat vluchtelingen moesten verblijven in een oud kasteel.
“Geloekieg Willy, dat zij niet in ons kasteel hoeven te verblaiven hé!” Geruststellend legde zij haar hand op de zijne.
Schaterlachend greep Willy zijn vrouw om haar middel en trok haar tegen zich aan op zijn dure hoekbank.
Geen pottenkijkers in hun kasteel, hij had Max niet voor niets uit een warm land gehaald.