BoB De Bij
Er was ook een bij/bij vandaag!
Ja hoor.
Ik kon gelukkig net op tijd dankzij een mega snelle reactie en haviksblik mijn grote teen nog omhoog houden tijdens het lopen door mijn tuin.
Want voor mij lag, een kleine bij.
De bij ik noem hem maar Bob de Bij… was versuft. Aangezien bijen lief zijn en goed zijn voor de aarde, bekeek ik Bob van alle kanten.
Ik tilde hem op door een takje voorzichtig tegen zijn voorpootjes te houden zodat hij daarop kon klimmen.
Dat deed Bob dus.
Zo is Bob!
Nu je kunt je voorstellen een bijtje van maar 2 cm, en dat dus goed bekijken van naBij!
Het was interessant!
Vreemd genoeg was Bob continu bezig met zijn pootjes om stuifmeel van zijn pootjes te halen.
Misschien had het slecht stuifmeel meegenomen, van een bloem waar gif op was gespoten?
”Onze honingbij is helaas niet in staat om stuifmeel met een hogere voedingswaarde te onderscheiden van stuifmeel met een lagere voedingswaarde[2].
Als bijen onvoldoende stuifmeel van voldoende kwaliteit voor handen hebben om het broed te voeden dan zullen ze hun eigen lichamelijke reserves aanspreken, waardoor ze zich “uitputten”. Gevolg: een korter leven, een grotere vatbaarheid voor ziektes, en op termijn (bij blijvende te korten) ondervoede jonge bijen, die zelf een volgende generatie ook weer minder van dienst kunnen zijn. Dit is een neerwaartse spiraal”
Ik heb Bob afgeleverd in een mooie rode bloeiende roos in mijn tuin, daar kon ik Bob de bij nog beter aanschouwen.
Het was behoorlijk geïrriteerd door het goedje aan haar pootjes.
Dat moest eraf oid… ja ik heb geen verstand van bijtjes in deze, dus ik zag het met lede ogen aan… wat kon ik doen?
Misschien had Bob ook wel dorst na zo een lange zomerse dag in de lente…
Dus ik pakte er een gietertje bij en spoelde Bob zo wat af, hierbij viel Bob metershoog zo pardoes op de grond vanuit de rode roos.
Met een takje probeerde ik Bob wederom op te tillen en mee te nemen…en Bob greep zich wederom vast aan het takje maar tijdens de reis naar boven viel hij wederom op de grond.
Dat hij nog leeft, was een wonder te noemen.
Nou goed aangezien Bob inmiddels toch op de tegels lag, heb ik hem even een douche gegeven, die hij nog nooit had meegemaakt in zijn korte leventje…
Zo die was tenminste schoon en ontdaan van zijn eventuele giftige pollen aan den pootjes.
Ik zocht Bob, op in het inmiddels voor Bob overgestroomde land, (1 stoeptegel met wat gras rondom) en gelukkig zag ik hem nog puffend en wel druipend nat, verdrinkingsnood bewegingen maken, waarna hij zich tergend langzaam zich voortsleepte naar het grote oerwoud(10 grassprieten).
Hij leefde nog, nu kon hij mooi drogen. Ik ging een eindje verderop zitten en keek af en toe naar Bob zijn vorderingen.
Mijn zoon kwam thuis en ik vertelde over Bob de Bij… Dat toen nog gewoon de Bij was, vroeg mijn zoon, hoe heet hij?
En werd het meteen een Bijnaam voor ”ons Bob”. Bob de Bij!
Mijn zoon nam ook een kijkje en ging met een takje Bob bevrijden uit het oerwoud(10 grassprieten)
Bob hield zich kranig voor een bij, krampachtig greep hij zich vast aan het takje en liet zich miljarden kilometers (volgens bijen dan) door de lucht takelen richting wederom de rode rozen.
Bob hield het niet meer en viel wederom op de grond.
Bob toch! riepen wij uit, je was er bijna! Ik kreeg een beetje de slappe lach inmiddels.
Dus mijn zoon takelde Bob, die zich weer vastgreep aan de tak, wederom naar grote hoogten, en weer zag ik een bij van 2 cm op de grond ploffen.
Bob wil niet meer! Was onze conclusie. Mijn zoon opperde dat bijen houden best leuk was en ik zei dat we dat dus gingen doen!
Leuk… ondertussen fantaseerde ik hoe we dit gingen brengen tzt.
Ja ineens hadden we er een bijbij, en dat was zo leuk en toen kwam er nog een bijbij, Truus en nou jaaaah eh toen was het hek van de dam, we kregen meer en meer en zodoende maken wij dus nu honing…moet kunnen!
De reddingspogingen van Bob gingen gewoon door ondertussen.
Nog een keer dan, en ditmaal viel Bob op de grond op de tegels in een echt méga oerwoud, (een flinke pol onkruid)
Inmiddels drentelden de honden om ons heen met blikken van: wat doen die gekkies nou en wat zien zij wat wij niet zien? Met gevaar, dat ze op Bob ging staan, riep ik ze weg van het oerwoud waar ons Bob zich bevond.
Bob was inmiddels al vrij snel uit het oerwoud en wilde gewoon maar één richting uit blijkbaar, nml naar onze buurman. Hij was alweer best wel bijdehand aan het doen, ik zei nog straks vliegt hij tegen ons aan en prikt ie ons…Bij de laatste poging Bob te helpen, bracht mijn zoon Bob naar de tuin van de buurman op een stokje.
Wat een dag!
Wat zal Bob allemaal wel niet te vertellen hebben, als hij vanavond superschoon thuiskomt in de bijenkorf…wat ik vandaag toch meemaakte, nou nou…zwwjjjjj zwwwwjjjjj….