De vliegende hamster
De vliegende hamster
Het was na etenstijd, dat Kleine zesjarige Shirley even naar haar kamertje ging, om wat te spelen voordat ze naar bed moest. In het hokje dichtbij haar bedje, zat Oelie te kijken naar zijn bazinnetje, zijn kleine kraaloogjes keken haar zo triest aan, dat haar opeens een gedachte bekroop. Zou Oelie wel gelukkig zijn?
Het leek haar intens vervelend om de hele dag in een hamsterhok te moeten leven, behalve zijn tredmolentje, had hij verder niet zoveel hier boven, en beneden staan kon niet want dan zou Bamby de reepincher hem meteen het leven zuur maken, zo niet beëindigen. Reepinschers zijn dol op hamster, zo bleek toen Oelie op een dag ontsnapte uit handen van zijn kleine bazin, en op de grond rolde, waarbij meteen een mega achtervolging werd ingezet door de reepinscher. Tjonge wat kon die hard lopen. En toen hij de hamster in zijn bek had genomen scheelde het maar een haar of arme Oelie was met huid en haar opgegeten. Gelukkig was zijn bazin ook snel en kon ze Oelie net redden. Hierna mocht de hamster niet langer meer in de huiskamer staan, want daar was reepinscher Bamby de baas. Maar goed, al peinzend keek Shirley naar de kleine hamsterman. Ja, hij was toch wel verdrietig dat zag je zo aan zijn oogjes. Hij kreeg ook weinig beweging zo, en een renbol voor hamsters had men nog niet in die tijd. Shirley keek rond in haar kamertje op de grond lag een ceintuur, van haar jas. En ineens flitste er een geweldig idee door haar hoofd, ze zou, zou het? Kon het wel? Mocht het wel?
Ja, ze ging het doen! Enthousiast haalde ze Oelie uit zijn hok, en bond hem het ceintuur om zijn hamstermiddeltje. Zo, nu ga je lekker even vliegen, murmelde het meisje tegen de hamster. Ze was zo blij voor hem, dat hij er eens echt even uit kon. Ze opende het slaapkamer raam en hing Oelie aan het ceintuur uit het raam, zo lekker frisse lucht he, zei ze..en onderwijl begon ze hem heen en weer te slingeren aan het ceintuur. Slinger de slinger, heen en weer, heen en weer, de wind waaide zachtjes een heerlijke zomergeur in de slaapkamer. Shirley genoot van het schouwspel van de nu, inmiddels, vast wel, zeer blije hamster. Shirley glunderde ervan, zo had zij hem even gelukkig gemaakt en ergens ook haarzelf. Ze slingerde maar door, heerlijk toch, heen en weer heen en we….??????? Shirley schrok enorm, want Oelie zat niet langer meer in zijn veilig omgebonden ceintuurtje, nee Oelie was helemaal pardoes naar beneden gevallen! Ow ow! Wat nu? Shirley werd wit om haar neusje, ze rende de trap af naar beneden, en ging heel stilletjes langs de woonkamer deur die open stond. Haar moeder vroeg: Shirley wat ben je aan het doen? Ehm, niets mama? zei Shirley, en ze snelde gauw naar de achtertuin.
Ow die arme Oelie zou hij nog leven? Ze zocht overal op de grond maar nergens een Oelie te bekennen, het schaamrood steeg haar naar de wangen, want hoe moest ze dit nu uitleggen straks? Ik wilde de hamster even uitlaten soms? Of, ik vond dat hij er zo verdrietig uitzag, dus bond ik maar een ceintuur om zijn middel en slingerde hem uit het raam? Oh jeeh, verzuchtte Shirley, wat nu dan toch? En ineens keek ze recht voor haar uit, in de dennenboom en op ooghoogte, Ja hoor! Daar hing hij, Oelie, in de dennenboom! Pff wat een opluchting en hem mankeerde niets! Wat een geluk weer. Snel schoot Shirley de trap weer op en stopte Oelie weer veilig in zijn hokje. Ze deed het nooit weer.