Over Lana de hond
De zon scheen erbarmelijk in de kleine achtertuin. Op de bank in de tuin zat Peter met zijn biertje, net thuis van zijn werk. Heerlijk even ontspannen en genieten.
De kant en klare maaltijd had Peter al achter de kiezen. Koken was niet zijn ding.
Lana zijn hazewindhond lag naast hem op de grond en met dankbare liefdevolle ogen keek ze hem aan. Echt in volle aanbidding, Peter dacht even, ‘’Wat als zij een vrouw zou zijn geweest’’, ik zou haar doen. Het was gewoon een prachtige hond. Als je kon zeggen dat een hond knap was, nou zij was knap!
Beeldschoon en natuurlijk had ze een prachtige stamboom van goede fokker komaf zeg maar.
Haar ogen waren prachtig, diep en groot, haar lijf zo rank als van een hert, haar vacht was gitzwart.
Opeens klonk er een kabaal, Peter schrok zich suf. Een bliksemschicht schoot rakelings langs zijn regenpijp. Plots midden in zijn tuintje stond een oud wijfje inclu toverstafje in haar geaderde hand. ‘’Zo, zo’’, zei ze goedkeurend. ‘’Wij zijn daar waar een duif is en er een fuif is, maar we zijn niet van Duyvis’’!
Om haar nek droeg ze een knaloranje sjaal en haar haren waren grijs en lag wild rondom haar hoofd in vreemde kroesachtige krullen. ‘’Zo, zo’’ zei ze weer en ze liep wat rond in de tuin van Peter.
‘’Wat komt U hier doen mevrouw en hoe komt u zo in mijn tuintje, ik heb de schutting op slot…’’ Verward nam Peter de oudere dame in zich op. “Had dit nu niet wat leukers kunnen zijn dan dit?” vroeg hij zich af.
Had hij weer een bejaarde dame, waarom niks lekkers ofzo?
‘’Ja, ja, zo, zo’’, zei ze weer en ze keek hem streng aan. ‘’Ik ben, zoals ik ben hoor’’ ze nam Peter eens goed in zich op. ‘’Dus jij wilde wel een lekkere chick in je tuin? Nou laat ik het zo stellen, ik zal je een chickie geven”. ‘’It’s your lucky day’’, mompelde ze nog even, voor ze haar toverstafje op de hond richtte. Met een kabaal wederom en een flinke knal met een flits, stond er ineens een knappe negerin in de tuin van Peter. Gitzwart was haar huid, zo zwart had Peter nog nooit een mens gezien zelfs. Haar haren waren lang en krullerig en kroezig en hoog en van alles,…wonderlijk mooi, vond hij.
‘’En, eh, … wie hebben we hier’’? Stamelde hij.
De oude vrouw keek tevreden, ‘’Altijd leuk hoor als je een dier omtovert naar mens, want dan zie je eens wat anders hé!? Mooi, ik kan gaan, we zijn van de top dierenliefhebbers en we mogen soms een dier omtoveren naar mens, dat heb ik dus net gedaan. Veel plezier ermee’’.
Peter keek zijn ogen uit, zomaar twee dames in zijn tuintje en … was Lana nu die negerin?
“Hoe bedoeld u dat? Heeft u mijn hond naar mens omgetoverd?”
“Hm, hm, mompelde de oudere dame, en nu ga ik ervandoor, veel geluk samen, dit heb je te danken aan je grote liefde voor je hond”.
Met veel kabaal en geknetter verdween ze weer in een bliksemschicht langs zijn regenpijp.
Daar stond ze dan lekker te wezen, gitzwart was ze, haar ogen en huid, prachtig.
Wonderlijker bestond er niet, vond Peter. Dus dit was zijn hond? Ze droeg een dun wit kleedje om haar lijf, het stond haar prachtig.
‘’Hai Lana’’, zei Peter bedeesd. ‘’Wil je ook een biertje’’? Ze knikte van ja.
In het voorbijgaan zag Peter dat ze ook nog best pronte borstjes had, een beetje te stevig misschien naar zijn zin maar dat kon hem niet bommen.
Met een flinke stengel in zijn korte broek ging Peter bij zijn koelkast even een biertje voor het meisje halen.
De fantasieën schoten hem al door zijn verhitte hoofd. Zou hij dan met zijn hond seks hebben of met de mens Lana?
Moest hij zich dat alles wel afvragen?
Even later maakte hij een maaltijdje voor de mooie meid klaar, en dronken ze enkele biertjes die avond. Toen het bedtijd was, had Peter een zeer droge keel van de zenuwen.
Maar hij was smoorverliefd op zijn Lana geworden. Wat een prachtig kind zeg.
‘’Kom we gaan slapen’’ zei Peter tegen Lana. Lana knikte van ja en wilde in de mand kruipen van Lana de hond. “Neehee, jij slaapt bij mij”, zei Peter.
Even later zat ze schichtig op zijn bed, niet wetende wat te doen. Nu daar wist Peter wel raad mee. Hij begon haar te kussen en te strelen over haar armen, hij likte achter haar oortjes en dat vond ze heerlijk. Ze werd flink gewillig onder zijn aanrakingen en uiteindelijk opende ze haar lippen voor hem en hij wilde haar zoenen, maar uit haar mond kwam een gruwelijke graflucht. OMG dit was niet te doen, waarschijnlijk omdat de hond Lana niet echt schone tanden had gehad en net nog pens had gegeten. Peter sloeg het zoenen maar even over, en hij dook erop.
Na enkele minuten had hij zijn hoogtepunt al behaald en ach zij was maar zijn hond immers, dus hij draaide zich om, om te gaan slapen. Hij viel in een droomloze slaap die nacht.
In de ochtend werd Peter wakker met een heerlijk warm en veilig gevoel. Om zijn middel lag een zwarte arm, hij streelde de mooie huid even en draaide zich naar haar om. Glimlachend en in volle aanbidding keek ze hem aan, net zoals, ja zoals Lana altijd al had gedaan.
“ Ik ga ontbijt maken”, zei Peter en hij ging naar beneden.
Toen hij weer boven kwam zag hij net hoe Lana een flinke uitwerpsel op de grond deed voor zijn bed.
“Wat doe je nou?” riep hij uit.
Onschuldig keek ze hem aan met haar prachtige hondenogen.
Peter maakte alles goed schoon, ‘’dat moet je in de wc doen schat, niet in huis hé’’!?
Maar waar Lana nog steeds honds bleef, viel er weinig te veranderen.
Ze at liever brokjes uit de hondenvoerbak dan aan tafel een bordje mee te eten.
Ze bleef flink uit haar mond stinken, en plassen en de ontlasting dat deed ze toch nog het liefst in de tuin of tijdens een wandeling in het bos.
In bed was het alles goed te doen vond Peter.
Dat prachtige ranke lichaam van haar, dat was zijn bron van geluk en plezier.
Als mensen vroegen waar Lana vandaan kwam, tjah dan vertelde hij maar dat ze uit een verweggistan was gekomen, ze hoefden niet alles te weten immers.
Ze leefden echt nog lang en gelukkig samen.
Kinderen begonnen ze maar niet aan want Peter wist ook niet wat de gevolgen konden zijn, misschien kinderen met een staart oid.
Nee je wist het maar nooit. De oude dame heeft hij nooit meer gezien en hij had geen nr van haar dus, haar bedanken kon hij dan ook niet.
Een lot uit de loterij was ze zijn hond Lana en nu zijn vriendin voor het leven.