Volwassen Sprookjes

RapunzelWietje

Featured Image

RapunzelWietje

Photobucket

Lang geleden waren er eens een man en zijn vrouw. Ze wilden graag een kindje, maar omdat die vrouw verslaafd was aan drugs, lukte het niet zo best.Maar uiteindelijk na veel gedoe enzo, lukte het dan toch, de vrouw was zwanger!
Eindelijk! Nu was het zo dat zij een buurman hadden die wietplanten kweekte in zijn tuin. En de zwangere vrouw was zo verslaafd maar elke morgen als zij uit het raam keek zag zij enorme wietplanten groeien voor het raam. Ze zei tegen haar man ik hou het niet langer vol! Ik moet een joint gewoon! Haal voor mij enkele topjes eruit en breng ze mij want anders spring ik in de sloot!
Nou de man moest dus wel wat wiettopjes gaan plukken voor zijn vrouw, want de gedachte aan zijn vrouwtje zwanger en wel in de sloot vond hij dus maar niks.
Nu was die buurman wel een enge man, hij ging met niemand om en niemand durfde ook maar aan te bellen bij zijn woning, maar dat kwam door zijn enge hond. Een pitbull terrier met een enorme grote bek, dus als je aanbelde hing die hond aan de brievenbus en trok zijn scheur los tegen jou zodat je het al op een lopen zette voor er eventueel zelfs een deur los kon gaan. Maar goed de aanstaande moeder was helemaal verslaafd aan die wiettoppen van de buurman en nu moest de man bijna dagelijks stiekem die tuin in, en hij was doodsbang voor die hond. maar gelukkig was die hond niet de hele dag in de tuin, dat scheelde weer enorm. En de man hield veel van zijn vrouw, die nogal een wilde was, dus had hij alles voor haar over, zoals elke man dol is op zijn wilde vrouw. Want saai is ook niet alles toch?
Dus die man telkens weer over de schutting klimmen om wiet te plukken bij zijn buurman, en dan bracht hij het bij zijn vrouw die er een flinke joint van draaide en deze tevreden opsmookte in zijn bijzijn. Hij hield er niet zo van. Maar ja wat kon hij doen, het was of de sloot of zijn vrouw en kind. Op een dag klom de man weer over de schutting, en tot zijn enorme schrik stond er ineens een hond met een grote bek voor hem.
WAUWWAUW blafte de hond met zijn grote bek, de man was zich half lam geschrokken en kon zich niet meer bewegen En na het gewauwel van die hond, kwam de buurman eraan. Nou wat was dat een mega enge kerel zeg.
Hij leek wel van een begrafenis onderneming, of van de kerk, nu dan weet je het wel.
De man stond lijkbleek halfverlamd in afwachting op zijn lot, en de buurman zei…
Zo zo, dus jij jat van mijn dure wiettopjes?
ik dacht al ik mis wat…ik weet het goedgemaakt.
Photobucket

ik werk toevallig bij de kinderbescherming en als jij niet doet wat ik zeg, zorg ik dat ze je kind uit huis halen binnenkort mannetje!
De man viel neder in het gras, en was totaal verlamd van schrik…. Wat moet ik dan doen stamelde hij verschrikt.
Nou ten eerste ga jij mij eens flink pijpen! Want ik hou daar wel van.
En als ik gekomen ben, beloof je mij je dochtertje toe als ze geboren is.
Ze moet dan bij mij komen wonen!
Maar ze mag elke dag een uur bij jullie op bezoek komen, het liefst rond etenstijd, want dan hoef ik niet te koken.
Ja maar zei de man als het nu een zoontje wordt? Nou zei de buurman, ik kan zo wel zien dat het geen jongetje wordt want je vrouw is te rond voor een smalle kont. Je mag vanaf nu elke dag wiet halen hoor, geen enkel probleem!
Hierop verliet de buurman de man, en deze kwam langzamerhand weer tot zichzelf.
En liep naar huis. Toen hun dochter geboren werd, kwam de buurman langs en nam het kindje mee in een biezen mandje.
Dag zei hij en hij sloot de deur achter de verdrietige ouders, maar de moeder kon gelukkig nu wel dagelijks een portie wiettopjes gaan halen dus dat scheelde dan weer wel. Wietje zo was haar naam
werd het mooiste kind op aarde. Toen zij twaalf jaar was geworden sloot de buurman haar op in een toren die in het bos stond en waar geen trap en geen deur in was, alleen helemaal bovenin was een klein raampje. Als de buurman naar binnen wilde dan ging hij beneden aan de voet van de toren staan en riep:
“Wietje, wietje show je tietje” en dan moest wietje haar tietjes laten zien, en dan kreeg de buurman een stijve en dan kon hij daarlangs heen omhoog klimmen in de toren.
Wietje had prachtige tieten, romig als gesponnen goud. Als ze de stem van de enge buurman hoorde, nam ze haar tieten ter hand, wierp ze over het kozijn omlaag; dan vielen ze wel twintig cm naar beneden; en daarna klom de buurman langs zijn stijve omhoog.
Na een paar jaar gebeurde het, dat de zoon van de koning door het bos reed en langs de toren kwam. Daar weerklonk een gezang, helder en lieflijk, zodat hij zijn paard liet stilhouden en bleef luisteren. Dat was Wietje die in haar eenzaamheid zong om de tijd te verdrijven. De prins wilde haar bezoeken en zocht naar een ingang van de toren, maar er was nergens een deur te vinden. Hij reed weer naar huis, maar het mooie gezang had zijn hart zozeer getroffen, dat hij elke dag uitreed naar het bos om te luisteren.
Eens stond hij achter een boom, toen zag hij de buurman aankomen, en hoorde hem omhoog roepen:
“Wietje, Wietje”.
laat je tieten zien!”
Toen liet Wietje haar pronte borstjes vallen, en de buurman klom omhoog langs zijn stijve. “Is dat de ladder die omhoog voert, dan zal ik mijn geluk ook eens beproeven.” Want dacht de prins zo een grote had hij dus ook! En toen de volgende dag de schemering viel, ging hij naar de toren en riep:
“Wietje, Wietje”. ‘’Laat je tieten eens zien !”
Meteen vielen de prachtige borsten het venstertje uit en nu was het de prins die omhoog ging.Eerst schrok Wietje geweldig, toen er een man bij haar binnenkwam, maar de prins begon heel vriendelijk te praten en vertelde haar hoe hij altijd zo genoten had van haar gezang, dat het hem niet met rust had gelaten en hij haar zelf eens had willen zien. Toen was Wietje niet bang meer, en toen hij vroeg of zij met hem wilde trouwen, en ze zag dat hij jong en knap was, dacht ze: “Die zal meer van mij houden dan de oude buurman,” en ze zei ‘ja’ en legde haar hand in de zijne. Zij zei: “Ik wil graag met je meegaan, maar ik weet niet, hoe ik uit deze toren moet komen. Als je bij mij komt, breng dan elke keer een streng zijde mee, daarvan zal ik een ladder vlechten, en als die klaar is, kan ik naar beneden, en dan neem je me mee op het paard.” Ze spraken af, dat hij voortaan elke avond komen zou, want overdag kwam de buurman. Deze had er niets van gemerkt, tot eens op een keer Wietje vroeg: “Zeg me toch eens, buurman, hoe komt het toch, dat u zo langzaam bent om naar boven te komen, veel langzamerr dan de prins, die is altijd in een oogwenk boven.”
“O jij goddeloos kind!” riep de buurman, “wat moet ik daar van je horen; ik dacht nog wel dat ik je volkomen had opgesloten, en nog heb je me bedrogen!” In haar woede nam hij het mooie gezicht van Wietje in zijn linkerhand, greep met de rechter zijn piemel, en ritsrats hij nam haar voor de eerste keer en daar lagen zij op de grond. En toen hij klaar was, was hij zo onbarmhartig om de arme Wietje naar een wildernis te brengen, waar ze in armoe en ellende moest leven.
Nog dezelfde dag dat hij zijn geliefde Wietje verstoten had, maakte de buurman ’s avonds wat neptieten aan het venster vast, je weet wel van carnaval nog en toen de prins kwam en riep: “Wietje, Wietje”.
laat je tieten zien!”
Photobucket
liet hij ze naar buiten vallen. De prins klom omhoog langs zijn stijve, maar boven vond hij niet zijn lieve vrouw, maar de geile buurman, die hem met boze, ja met giftige blikken aanzag. “Zo,” sprak hij honend, “je wilde je vrouw bezoeken, maar de vogel is gevlogen, het nest is leeg en ze zingt niet meer; de kat heeft haar gehaald en zal haar nog de ogen uitkrabben! Wietje is verloren, nooit zul je haar weer zien!”
De prins was zo bedroefd, dat hij in vertwijfeling uit het raam sprong: hij leefde nog wel. maar de doornstruiken die zijn val braken, staken hem de ogen blind. Zo dwaalde hij gebrekkig door het bos, leefde van boomwortels en bosbessen, en deed niets dan jammeren dat hij zijn jonge vrouw verloren had.
Zo zwierf hij jaren rond, tot hij dwaalde naar de wildernis waar Wietje met haar 2 tweelingen, haar mooie borsten en een jongen en een meisje, een zorgelijk bestaan leidde. Hij hoorde een stem, ze scheen hem zo bekend; hij volgde de richting van het geluid, en toen hij nader kwam, herkende Wietje hem en viel hem om de hals en huilde. Twee van haar tranen echter vielen op zijn ogen, en toen werden ze weer helder, en hij kon weer zien als vroeger. Hij bracht haar naar zijn rijk, waar hij met blijdschap werd ontvangen, en zij leefden nog lang en gelukkig.
Persiflage op Rapunzel

Laat meer zien

Gerelateerde verhalen

Bekijk ook
Close
Back to top button
Close

Een Adblocker gedecteerd

Je gebruikt een adblocker, zet deze uit om de hosting van de website te ondersteunen