Internet

Arend

Featured Image

Arend

Op de chatroom is het een drukte van jewelste. Velen onder de meest vreemde, saaie en ook bizarre nicknames komen binnen en schrijven hun teksten via hun toetsenbord de ether in. Er ontstaat een ruzie in de chatroom als ‘Woonwagen’ zich aanmeldt. Het gaat van kwaad tot erger, maar het begon zo:

Woonwagen: “Hai Hendrika, ken ie Jannes ok?”

Hendrika: “Welke Jannes? Jannes van Margien?”

Woonwagen: “Nee, dat is de broer van Jannes zien zus, en daar weer de zwager van, en die zijn zoon.”

Hendrika: “Oh, die ken ik wel, die woont naast ons.”

Woonwagen: “Oh…”

Hendrika: “Ken je Hannes dan ook?”

Woonwagen: “Hannes, van Trees en Hendrik?”

Hendrika: “Nee, die niet, maar de zuster van Trees en daar weer een nicht van, en die haar zwager… die zoon, dat is Hannes.”

Woonwagen: “Ja, die ken ik wel ja!”

Hendrika: “Ja, dat is een klootzak, die heeft mijn moe een oor afgebeten.”

Woonwagen: “Wat bedoel je met KLOOTZAK?”

Hendrika: “Ja, dat is een klootzak ja!”

Woonwagen: “Verdomme, smerige sloerie dat je dat zegt… ik ga Arend bellen nu meteen!”

Hendrika: “Wat wil je dan?”

Woonwagen: “Oh, dan ken je Arend niet, als je die wakker belt ’s nachts…hij steekt jou zo aan het mes, smerige gluiperd die je daar bent!”

Hendrika: “Poeh, moet ik bang worden? Ik wacht, kom maar op dan!”

Woonwagen: “Is goed, ik bel hem nu wakker. Hahaha, mijn neef zal je straks wel pakken!”

In de woonwagen van Arend gaat de telefoon midden in de nacht over.

Lees dit ook eens:  De man in cyberspace

Neef ‘Woonwagen’ belt hem uit zijn bed en dat moet je dus nooit doen bij Arend, hé, want als Arend uit zijn slaap wordt gehaald, is hij helemaal de weg kwijt. Arend stuift op als hij hoort dat er trammelant is in een chatroom.

“Godverdomme nog eens aan toe!” schreeuwt hij uit. Zijn barse stem klinkt als een leeuw die brullend door het woeste woud rent.

Snel springt Arend uit zijn bed en zoekt naar zijn broek. “Godver… Triene, waar is mijn broek?!” schreeuwt Arend naar zijn vrouw, die ondertussen onder de bank is weggekropen.

Want Triene weet ook wel dat als Arend ’s nachts wakker is gemaakt, hij niet gemakkelijk is. Wie weet dat nu niet, op het kamp?

Rillend zit Triene te wachten tot Arend zijn broek vindt, die hij niet vindt. Hij banjert door de woonwagen heen en gooit alles van de kant. Vloekend en tierend raast hij door, tot Triene piept dat er vast nog wel een in de wasdroger moet liggen.

“Vieze smerige slons die je er bent,” moppert Arend. Met grote passen komt hij op de bank af, die hij optilt alsof het niks is. Gillend duikt Triene onder zijn maaiende machtige armen weg, en rent de deur uit, het nachtelijke koude bos in. Op de chatroom gaat het woordengevecht nog gewoon door.

Woonwagen: “Hahaha, wacht maar, Arend is helemaal gek in zijn kop! Hij komt eraan!”

Hendrika: “Hahaha, laat maar mooi komen, de koffie staat klaar! En mijn man ook, hij haalt het geweer al uit het vet!”

Lees dit ook eens:  Nooit niet...Perron 16

Ondertussen rijdt Arend in zijn oude rammelkar door de donkere nacht. Het bloed kolkt hem door de kop. “Verdomme,” moppert hij wel honderden malen achter elkaar! “Smerige vuile…”

Tierend in de donkere nacht rijdt er een oud barrel over de snelweg. De maan schijnt. En 100 kilometer verderop komt Arend tot bezinning. Waar moest hij ook alweer naartoe?

Laat meer zien
Back to top button
Close

Een Adblocker gedecteerd

Je gebruikt een adblocker, zet deze uit om de hosting van de website te ondersteunen